Van de schaduw en het licht – deel 3 van 4
3. Energie en donkere materie
De wetenschap heeft eind vorige eeuw al verklaard dat alles wat we kunnen waarnemen slechts een fractie is van wat er werkelijk allemaal om ons heen aanwezig is. Dat wat we waarnemen is zichtbaar in het licht, deels in de vorm van vaste stof (opgebouwd uit atomen) zoals het Heelal en de planeten en alles wat daarop aanwezig is.
Dus mensen en dieren maar ook licht, geluid e.d.
Deze lichte materie is echter nog geen 5% van het geheel. Kijk eens goed naar de afbeeldingen hieronder van het Heelal (met daarin ons melkwegstelsel en daarin ons zonnestelsel) en je ziet wat ik bedoel.
Daartussen in en daar omheen is schijnbaar alleen leegte in volstrekte duisternis aanwezig. Deze duisternis vormt echter het skelet van het Heelal en bestaat voor het grootste deel (72%) uit donkere energie. Omdat het Heelal zich steeds verder uitzet neemt de kracht van deze donkere energie ook steeds meer toe.
De overige 23% is donkere materie die zorgt voor de aantrekkingskracht, waardoor het Heelal bijeengehouden wordt. Recent (juli 2012) is het deeltje gevonden dat hier zorg voor draagt: het Higgs-deeltje. Het Higgs-deeltje zorgt dat groepen atomen elkaar aantrekken en zo met elkaar in contact komen en een min of meer vaste vorm aannemen.
- Alles wat vast lijkt is echter illusie. Het is opgebouwd uit stof die slechts met elkaar verbonden is door aantrekkingskracht. Om die stof is altijd ruimte, hoe klein dan ook, aanwezig. Alles lijkt opgebouwd te zijn uit pixels?!
- Alles wat niet verbonden lijkt is echter ook illusie. Werkelijk alles wat vaste materie genoemd wordt in het Heelal staat in onlosmakelijke verbinding met elkaar.
De duisternis is altijd aanwezig. Het licht ontstaat in de duisternis door enorme explosies in het Heelal. Deze explosies noemen we Supernova’s. Supernova’s produceren neutrino’s (als een soort sterrenstof).
Neutrino’s verdwijnen weer in de reusachtige Zwarte Gaten in het Heelal omdat ze er door aangetrokken worden.
Het is een continu proces dat plaats vindt in de vorm van een spiraalbeweging. Bekijk de spiraalvorm van ons zonnestelsel en van alle energetische gebeurtenissen op Aarde.
In alles wat beweegt, groeit en van nature mooi en krachtig is zit een ronde spiraalvorm (in de verhouding van de Gulden Snede, de Golden Spiral volgens Fibonacci).(zie bericht hierover)
Onze voorouders, de Kelten, zijn hier vér voor de Romeinse tijd al van op de hoogte. Zij verwerken veel spiraalvormen in hun cultuur, De spiraal (triskele) komt veel voor in de sierraden, wapens en werktuigen die opgegraven worden.
Zelfs ons DNA heeft een spiraalvorm.
Het Heelal is 13,7 miljard jaar geleden ontstaan uit een oerknal van atomen, samen niet groter dan een bol van 15 cm doorsnede. Deze Oerknal is d.m.v. radiogolven (als rustgevende ruis) nog steeds waar te nemen. Pas na 380.000 jaar ontstaat er licht. Het Heelal is de eerste 380.000 jaren dus gehuld in duisternis. Alles wat nu zichtbaar aanwezig is in het Heelal komt hieruit voort.
In ons zonnestelsel zijn de afgelopen 1000 jaar zeker 3 supernova’s waargenomen.
- 1054 – Op 4 juli wordt een supernova waargenomen door Chinese en Arabische astronomen, de helderste in historische tijden. Dit is het begin van de Krabnevel.
- 1572 – Op 6 november ontdekt Tycho Brahe een nieuwe heldere ster in het sterrenbeeld Cassiopeia. Hij beschrijft deze vreemde gebeurtenis in zijn boek de Stella Nova. De supernova krijgt zijn naam.
- 1604 – Op 11 oktober ontdekt Johannes Kepler een nieuwe ster die over de gehele wereld te zien is. Johannes Kepler is de eerste die het verschijnsel beschrijft en er een verklaring voor geeft die afwijkt van het heersende beeld van het perfecte Heelal. Daardoor komt hij in conflict met de Christelijke kerk. De supernova krijgt de naam van Kepler.
- Mogelijk is de Ster van Bethlehem rond het jaar Nul ook een supernova geweest.
Buiten ons Zonnestelsel, verder weg in het Heelal worden vele Supernova’s waargenomen m.b.v. satellieten en telescopen. Ook de neutrino’s van deze supernova’s bereiken de Aarde. Uit metingen is echter gebleken dat de Zon de grootste bron is van Neutrino’s die de Aarde bereiken. Uit deze metingen blijkt ook dat iedere vierkante centimeter, van de ruimte vlak bij de Aarde die loodrecht op de richting van de zonnestralen staat door 5.000.000.000 zonneneutrino’s per seconde gepasseerd wordt.
Om ons heen zijn echter nog veel meer, voor ons onzichtbare deeltjes (neutrino’s) die dwars door vaste stof heen gaan, ook door mensen en gebouwen. Neutrino’s ontstaan uit supernova’s en worden ook sterrenstof genoemd. Dit zijn de bouwstoffen van ons HeelAl en ze kunnen, onder invloed van donkere materie, elke mogelijke vaste vorm aan nemen. De meeste neutrino’s doen dat echter niet en zijn en blijven niets meer of minder dan minuscule stofdeeltjes.
- Mario Kuijpers
- 2021
Verder lezen: deel 4 – De stoffelijke en de onstoffelijke wereld (van de geest en de ziel).
Bronnen: